Jeugdwet: jeugdhulp van gemeenten

Sinds 1 januari 2015 bent u als gemeente verantwoordelijk voor bijna alle vormen van jeugdhulp. De gemeentelijke taken zijn vastgelegd in de Jeugdwet. Deze wet regelt de verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen en jongeren (jeugdigen) en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.

hero afbeelding Jeugdwet: jeugdhulp van gemeenten

Voor wie is de Jeugdwet?

De Jeugdwet is bedoeld voor jeugdigen (kinderen en jongeren) en hun ouders die ondersteuning nodig hebben bij het opgroeien of bij de opvoeding. Het gaat om jeugdigen tot de leeftijd van 18 jaar. Is het nodig dat de hulp daarna wordt voortgezet? Dan is verlengde jeugdhulp mogelijk. Voor pleegzorg is in de Jeugdwet opgenomen dat pleegzorg na 18 jaar standaard tot 21 jaar wordt ingezet als de jeugdige dat wil. Tussen de 21 en 23 jaar kan dan verlengde jeugdhulp worden ingezet. Voor gezinshuiszorg geldt een bestuurlijke afspraak. Voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht geldt geen leeftijdsgrens.

Wat is Jeugdhulp?

Onder jeugdhulp valt ondersteuning van en hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders. Deze hulp en zorg hebben tot doel: het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen. Onder jeugdhulp valt ook het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer. En: het bevorderen van het zelfstandig functioneren van jeugdigen (18-) met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Bovendien valt onder jeugdhulp het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen (18-) met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking.Wilt u op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op (nieuwe) wetgeving.

Ook OTS, voogdijmaatregelen en jeugdreclassering

De Jeugdwet regelt ook de uitvoering van de ondertoezichtstelling (OTS), de voogdijmaatregel (civielrechtelijke jeugdbeschermingsmaatregel) en de jeugdreclassering (strafrechtelijke maatregel). Ook deze ondersteuning valt onder verantwoordelijkheid van uw gemeente.

De OTS is een gedwongen maatregel als vrijwillige hulp niet werkt. De jeugdige wordt ‘onder toezicht gesteld’. De ouders krijgen begeleiding van een gezinsvoogd, tot zij de opvoeding weer zelf kunnen uitvoeren.

Bij een voogdijmaatregel hebben de ouders (tijdelijk) niet meer het gezag over het kind. Er zijn twee vormen van voogdij: tijdelijke voogdij (als de gezaghebbende het gezag tijdelijk niet kan uitoefenen) en voorlopige voogdij (bij een acute situatie die bedreigend is voor het kind).

Jeugdreclassering is een begeleidingsplan voor jongeren die met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen.

Wilt u op de hoogte blijven van veranderingen in de Jeugdwet?

Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief Sociaal Domein. U ontvangt dan om de week onze nieuwsbrief vol met blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op (nieuwe) wetgeving.

Jeugdhulp meisje en moeder

Verpleging en verzorging van jeugdigen

Sinds 1 januari 2018 is geneeskundige verzorging van jeugdigen met een medische aandoening overgegaan van de Jeugdwet naar de Zorgverzekeringswet (kinderwijkverpleging). Het gaat vaak om kinderen met een ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke of meervoudige beperking en om kinderen met gedragsproblemen. Bijvoorbeeld een kind met autisme dat extra hulp nodig heeft om te leren zichzelf te verzorgen.

  • Begeleiding valt ook onder wijkverpleging, voor zover de begeleiding samenhangt met geneeskundige zorg.
  • Verzorging valt onder de Jeugdwet als het nodig is voor de zelfredzaamheid van de jeugdige. Dit heet ook wel: begeleidende verzorging.
  • De zorg kan thuis, op school, in een kinderhospice of in een kinderdagverblijf worden gegeven.
  • De zorg kan in ‘in natura’ worden verstrekt of er kan een persoonsgebonden budget (pgb) worden toegekend om zelf zorg in te kopen.
  • Vanaf zijn 18e verjaardag is de jeugdige zelf verantwoordelijk voor het pgb.
  • De aard van de zorgvraag bepaalt dus onder welke wet de zorg en ondersteuning valt.
  • De verzorging vanuit de Jeugdwet eindigt als een kind 18 jaar wordt. De verzorging valt vanaf dat moment onder de Zorgverzekeringswet en de Wmo 2015.

Verpleging valt onder de Zorgverzekeringswet (wijkverpleging). Als een jeugdige blijvend behoefte heeft aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid, dan valt verpleging en verzorging onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Vooral kinderen met een verstandelijke, zintuiglijke of meervoudige beperking krijgen toegang tot de Wlz. Voor een jeugdige met complexe lichamelijke problemen of een lichamelijke beperking, zonder verstandelijke beperking kan wijkverpleging vanuit de Zorgverzekeringswet worden ingezet.

Doelstellingen van de Jeugdwet

De Jeugdwet heeft de volgende doelstellingen:

  • De wet gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun eigen sociale netwerk.
  • Minder snel medicatie voorschrijven en de zorgvraag terugdringen.
  • Eerder de juiste hulp op maat bieden aan jeugdigen en ouders. Zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk. En met aandacht voor de (kosten)effectiviteit van de hulp.
  • Integrale hulp aan gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur.
  • Voor professionals: minder regeldruk en meer ruimte voor het bieden van de juiste hulp.

Integrale hulp aan jeugdige en ouders

De bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp ligt dus bij u als gemeente. Eén wet, één integraal financieringssysteem, één uitvoerder. Dit geeft u als gemeente mogelijkheden om integrale hulp te bieden aan de jeugdige en de ouders. Eenvoudig en doelmatig en daardoor efficiënt en effectief. U kunt maatwerk bieden, afgestemd op de lokale situatie, en uitgaande van de eigen kracht en de behoeften van de jongere en zijn ouders. Laagdrempelig, vroegtijdig en integraal. En met veel ruimte voor de professional om de hulpverlening af te stemmen op de specifieke behoeften. Voor effectieve integrale hulp is het vanzelfsprekend belangrijk dat u de uitvoering van de Jeugdwet goed combineert met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet.

De jeugdhulpplicht voor uw gemeente

De gemeente heeft een jeugdhulpplicht. De Jeugdwet bepaalt dat de gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp en voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Centraal staat niet de vraag waar de jeugdige en zijn ouders recht op hebben, maar welke ondersteuning écht nodig is. Wat kunnen zij zelf, welke ondersteuning kunnen zij krijgen van mensen uit eigen omgeving en welke professionele ondersteuning is er nodig?

Jeugdhulp-wmo-meisje-met-downsyndroom

Het woonplaatsbeginsel

Soms is onduidelijk welke gemeente verantwoordelijk is voor de jeugdhulp aan een jeugdige. En dus: wie de jeugdhulp betaalt. Daarom is in de Jeugdwet het woonplaatsbeginsel beschreven. Sinds 1 januari 2022 is het woonplaatsbeginsel gewijzigd. In het nieuwe woonplaatsbeginsel hoeft voor het bepalen van de verantwoordelijke gemeente het gezag niet meer te worden uitgezocht. Er wordt voor de woonplaats aangesloten bij de Basisregistratie Personen (BRP). Voor ambulante jeugdhulp is de gemeente waar de jeugdige zijn woonadres heeft volgens de BRP verantwoordelijk. Bij jeugdhulp met verblijf is de gemeente verantwoordelijk waar de jeugdige onmiddellijk voorafgaand aan zijn (eerste) verblijf zijn woonadres volgens de BRP had. De gemeente waar de jeugdige vandaan komt, blijft dus (financieel) verantwoordelijk voor de jeugdige. Wilt u meer weten over het woonplaatsbeginsel in de praktijk? Bekijk dan onze training.

Stappenplan: is er jeugdhulp nodig?

De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak van 1 mei 2017 een soort stappenplan geformuleerd voor de beoordeling of jeugdhulp nodig is. Dit stappenplan is als volgt:

  • Het college stelt de hulpvraag van de jeugdige of zijn ouder vast.
  • Het college stelt vast of er sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
  • Het college bepaalt welke hulp (aard en omvang) nodig is voor de jeugdige om gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam te zijn en mee te doen in de samenleving. Hierbij houdt het college rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau.
  • Er wordt onderzocht of én in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen (de ‘eigen kracht’) van de ouder(s) en van het sociaal netwerk voldoende zijn om zelf de nodige hulp en ondersteuning te kunnen bieden.
  • Alleen voor zover de eigen kracht ontoereikend is, moet het college een jeugdhulpvoorziening treffen.

Bij het antwoord op de vraag naar het aandeel van de ouders, moet het college alle belangen afwegen. Waaronder in elk geval de belastbaarheid van ouders en de draagkracht van ouders, de behoefte en mogelijkheden van de jeugdige en die van de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders.

Meedoen in de samenleving

Het uiteindelijke doel van het beleid: vergroting van de eigen kracht van de jongere én versterking van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en van andere mensen in de omgeving van de jeugdige. Dit voorkomt dat de jeugdige en zijn ouders zorgafhankelijk worden. Het is juist de bedoeling dat de bemoeienis van u als gemeente actief en maximaal bijdraagt aan de eigen kracht van de jongere en zijn ouders. Met het accent op het meedoen in de samenleving.

Taken van de gemeente

U heeft als gemeente onder meer de volgende taken en verantwoordelijkheden:

  • Versterking van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en de kinderopvang.
  • Een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp.
  • Adviseren over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp.
  • Het adviseren van professionals met zorgen over de jeugdige.
  • Het adviseren van jeugdigen met vragen en problemen.
  • Als een kinderbeschermingsmaatregel nodig is: een verzoek tot onderzoek indienen bij de Raad voor de Kinderbescherming.
  • Het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van jeugdigen.
  • Het voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen.

Meer leren over de Jeugdwet?

Onze trainingen en opleidingen over de Jeugdwet bieden u de juiste handvatten voor uw dagelijkse praktijk, waardoor u de lesstof direct kunt toepassen in uw werk. Onze opleidingen en trainingen hebben tot doel dat u ouders zo goed mogelijk kunt ondersteunen, zodat zij de regie behouden over het eigen gezin. Dat vraagt om goede, actuele (juridische) kennis én praktische vaardigheden.

Afspraken tussen gemeente en verwijzers (medici)

De Jeugdwet bepaalt dat huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten de jeugdige zonder tussenkomst van de gemeente kunnen doorverwijzen naar een individuele voorziening. Na verwijzing door een arts staat echter vaak nog niet vast welke vorm van jeugdhulp in welke mate nodig is. In de praktijk zal het de jeugdhulpaanbieder zijn die na de verwijzing beoordeelt welke jeugdhulp precies nodig is. Uit de parlementaire geschiedenis bij de Jeugdwet blijkt dat de jeugdhulpaanbieder zich, bij het beoordelen van de benodigde jeugdhulp, dient te houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contract- of subsidierelatie en met de regels die de gemeente in de op de Jeugdwet gebaseerde verordening heeft vastgesteld. Ook blijkt daaruit dat als de jeugdige of zijn ouders na een verwijzing door de huisarts kiezen voor een aanbieder van jeugdhulp die geen contract of subsidierelatie met de gemeente heeft en de gemeente soortgelijke jeugdhulp wel kan laten leveren door een jeugdhulpaanbieder waarmee zij een contract of subsidierelatie heeft, de gemeente niet gehouden is deze andere keuze te vergoeden. Een verwijzing door de huisarts roept geen aanspraak op een persoonsgebonden budget in het leven. Dat is ter bepaling aan de gemeente. De Jeugdwet schrijft voor dat u als gemeente goede afspraken moet maken met de verwijzers over de voorwaarden waaronder en de manier waarop de verwijzing plaatsvindt.

Jeugdwet en pgb

De Jeugdwet kent de mogelijkheid te kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb). Een jeugdige of zijn ouder komt hiervoor in aanmerking als:

  • de gemeente een individuele voorziening heeft toegewezen.
  • de ouder/verzorger van de jeugdige kan aangeven waarom hulp in natura niet geschikt is.
  • de ouder/verzorger het pgb kan beheren: inkoop van ondersteuning, aansturing van hulpverleners.
  • de aanvrager de zorg inkoopt die goed en veilig is.

Het kan zijn dat de zelf ingekochte zorg duurder is dan zorg in natura. Dat is voor u als gemeente echter geen reden om het pgb te weigeren. Wel kunt u besluiten alleen het bedrag te verstrekken dat de zorg in natura zou kosten. De inwoner betaalt dan zelf de meerkosten. Wilt u meer weten over het verstrekken van een pgb? Bekijk dan ons webinar over dit onderwerp.

Jeugdwet en Wet passend onderwijs

De Jeugdwet bepaalt dat er een goede afstemming moet zijn tussen (samenwerkingsverbanden van) primair en voortgezet onderwijs en gemeenten. Over het onderwijsondersteuningsplan én over het gemeentelijke plan voor de jeugdhulp. Dezelfde bepaling is opgenomen in de Wet passend onderwijs. Beide wetten zijn namelijk opgesteld als zogenoemde spiegelwetten. Ze hebben een gezamenlijke achterliggende gedachte: effectiever, sneller en preventiever hulp bieden.Er is veel behoefte aan informatie over relevante wet- en regelgeving over Jeugdzorg en over actuele ontwikkelingen. Op verzoek van een aantal gemeenten heeft Stimulansz de Juridische kennisbank Inzicht Jeugd samengesteld.