De berekening van het Vrij te laten bedrag (VTLB) is een belangrijk onderdeel van de schuldregeling. De uitkomst van deze berekening bepaalt welk bedrag klanten in de schuldhulpverlening krijgen om de vaste lasten van te betalen en van te leven. De berekening van het VTLB houdt standaard rekening met kosten voor de (huur)woning, zorgverzekering en kinderopvang. Ook kan voor veel speciale maandelijkse kosten van de klant een oplossing in het VTLB worden gevonden. Bij de helpdesk Schulddienstverlening beantwoorden we vragen over onder andere de VTLB-berekening.
“Als ik de berekening van het VTLB maak, wordt er een correctie woonlasten huurwoning toegepast. Maar ik zie geen extra correctie woonlasten terugkomen. Hoe komt dit?”
De berekening van het VTLB is voor een groot deel gebaseerd op de (huidige) berekening van de beslagvrije voet. De beslagvrije voet houdt rekening met de woonlasten, maar niet onbeperkt. Als de huur hoger is dan de huur waarvoor recht op huurtoeslag geldt, wordt de beslagvrije voet niet verder verhoogd. Voor nu ligt die grens bij een huur van € 720,42 voor volwassenen. Woont de klant in een vrijesectorhuurwoning met een huur van bijvoorbeeld € 900, dan houdt de beslagvrije voet geen rekening met deze hoge huur. Daarom zie je vaak dat mensen met loonbeslag en een hoge huur in de problemen komen met de betaling van hun vaste lasten.
Tijdens de schuldhulpverlening mogen er geen nieuwe schulden ontstaan. In het VTLB kan daarom wél voor de hogere huur worden gecorrigeerd. Dat is de extra correctie op grond van artikel 475d Rv. Als je die toepast en de huur niet hoger is dan de maximale huur voor huurtoeslag, heeft deze correctie geen effect. De huur die de klanten in de vraag betaalden is lager dan de maximale huurgrens. Een extra correctie zie je daarom niet terugkomen in het resultaat van de berekening.
De extra correctie is in het VTLB opgenomen voor klanten die in de vrije sector huren, geen recht hebben op huurtoeslag en die zonder deze correctie grote problemen krijgen met het betalen van de vaste lasten tijdens de schuldhulpverlening. Bij het toepassen van deze correctie moet je je als schuldhulpverlener wel afvragen of de klanten op termijn niet goedkoper kunnen wonen, zodat zij meer op de schulden kunnen aflossen. Schuldeisers zouden hier ook kritisch naar kunnen vragen. Het is de vraag of goedkopere woonruimte wel beschikbaar is, als het inkomen van de klanten te hoog is om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen. Dan is verhuizen geen optie en de correctie meer dan noodzakelijk.
Heb je ook een vraag over het VTLB, mail ons dan via schulddienstverlening@stimulansz.nl.
Wil je meer weten over de verschillende correcties binnen het VTLB, geef je dan op voor de training VTLB (ook mogelijk op locatie).