Herman Tjeenk Willink: ‘Groter denken, kleiner doen’

Universele waarden

Het eerste punt waar ik me volledig in kan vinden is zijn oproep om meer aandacht te besteden aan de waarden die we delen en universeel achten: persoonlijke vrijheid en menselijke waardigheid, gelijkgerechtigdheid en medemenselijkheid. Onder welke voorwaarden (bestaanszekerheid) en binnen welke grenzen (veiligheid) zijn die waarden overeind te houden? Deze waarden zouden boven alle wetgeving moeten staan als stevige basis.

Burgers als tegenwicht

Het tweede punt is de oproep om de driehoek markt – overheid – burgers optimaal te verstevigen. Een goed functionerende markt heeft het tegenwicht nodig van een krachtige overheid. Een krachtige overheid heeft, wil ze democratisch zijn, zelfbewuste burgers nodig. Geen burgers als object of klant van de overheid, maar als publieke ambtsdragers. En natuurlijk heeft de zelfbewuste burger een goed functionerende markt nodig om economisch zelfstandig te zijn. Zo is de cirkel weer rond. Tjeenk Willink wijst er daarbij op dat de deskundigen en burgers die bij allerlei commissies betrokken worden of aan initiatieven deelnemen zelden behoren tot de burgers die zich politiek niet vertegenwoordigd of in de steek gelaten voelen. Voor die laatsten is een versterking van hun positie in de burger­samenleving heel belangrijk.

Het draait om de transactie

Ten derde werd ik geraakt door zijn analyse van de plaats waar het probleem zichtbaar wordt. Dat is niet in beleid, niet in wetgeving. In hun contacten met burgers ondervinden professionals op de werkvloer (hierna: uitvoerders) aan den lijve de problemen waarvoor beleidsbepalers oplossingen aandragen. De manier waarop zij met die problemen omgaan bepaalt in belangrijke mate de geloofwaardigheid van de overheid. Beleid moet daarom direct bijdragen aan een hogere kwaliteit van de transactie: daar waar het contact tussen overheid en burger plaatsvindt.

Wat kunt u nu doen?

De ideeën van Herman Tjeenk Willink gaan over Europa, de Nederlandse staat, ofwel, over grote verbanden. U kunt deze klein maken en in uw dagelijkse werk bijdragen aan een betere verhouding tussen overheid en burgers.

  1. Zet de universele grondwaarden centraal. In de methodiek van de omgekeerde toets hebben de grondwaarden van wetgeving en van de gemeentelijke organisatie een zeer belangrijke rol. Beleid en uitvoering moeten bijdragen aan het versterken van die grondwaarden.
  2. Organiseer tegenwicht. Richt u niet op de burgers die vrijwillig in commissies gaan, maar zoek de mensen die zich in de steek gelaten voelen. Benut hun ervaringen om te zorgen voor een betere uitvoering van de dienstverlening.
  3. Zet de uitvoering centraal. Mooi beleid is prachtig, maar als het niet of niet goed uitgevoerd wordt, dan is het zinloos. Richt de focus op de problemen waar de uitvoering dagelijks tegenaan loopt en zorg dat zij in staat is om hier op een goede manier mee om te gaan.

Denk groot, doe klein!

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mr. Evelien Meester helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Anderen bekeken ook

Politiek onafhankelijk in roerige tijden: Kan dat nog?

In een wereld die steeds meer gepolariseerd lijkt en waar de maatschappelijke debatten soms verharden, rijst de vraag: Kan een organisatie nog écht politiek onafhankelijk zijn? Bij Stimulansz is het antwoord al jaren een volmondig ja. ‘Onafhankelijk’ is nadrukkelijk niet hetzelfde als ‘onverschillig’. Dat onderscheid is cruciaal.

Waarom een goede inkomensconsulent verder kijkt dan de regels

Een inkomensconsulent heeft niet alleen kennis nodig van de Participatiewet, maar ook empathie en gespreksvaardigheden. Eva Labrujère weet uit eigen ervaring hoe waardevol het werk kan zijn voor een inwoner. “Je draagt bij aan een stabiel inkomen.”

Afscheid van te weinig verstrekken

Bij het bestrijden van armoede in Nederland keert steeds weer de vraag terug: hoe zorgen we dat mensen die te weinig geld hebben om rond te komen, de voorzieningen krijgen die voor hen beschikbaar zijn? De Commissie Sociaal Minimum heeft uitgebreid onderzocht dat de mensen met lage inkomens feitelijk geld te kort komen. Maar de praktijk is dat een fors deel van de groep voor wie de regelingen bedoeld zijn er niet om vraagt.