‘Ga voor maatwerk in het armoedebeleid!’

Mensen die in armoede leven, hebben vaak even een duwtje in de rug nodig. Daarom is het volgens Wilma Kuiper belangrijk om maatwerk te leveren.

hero afbeelding ‘Ga voor maatwerk in het armoedebeleid!’
17 oktober 2019

Door Ger Ramaekers

Het gemeentelijke armoedebeleid is meestal sterk gericht op het aanbieden van financiële regelingen voor noodzakelijke kosten. Dat is niet voor iedereen toereikend, zegt Wilma. “De kernvraag is: waaraan hebben mensen behoefte om de cirkel van armoede te doorbreken? Dit hoeft niet altijd geld te zijn. Het kan bijvoorbeeld gaan om kinderopvang of een vervoersvoorziening. Om verder te komen, hebben mensen soms buiten het standaardaanbod dat duwtje in de rug nodig.”
Dit maakt in de ogen van Wilma een vraaggericht armoedebeleid zo belangrijk. “De gemeente kan hiermee echt het verschil maken. Kijk met een integrale blik naar de situatie van mensen en durf maatwerk te leveren! Daarvoor is voldoende ruimte binnen de Participatiewet.”

Duidelijke keuzes in armoedebeleid

Wilma pleit voor duidelijke keuzes in het armoedebeleid. “Stel prioriteiten aan de hand van de grootste knelpunten en laat mensen die ook zelf mee formuleren. Ik kan me voorstellen dat de gemeente haar inspanningen vooral concentreert op wijken met veel mensen in kwetsbare situaties. Zo investeert de gemeente ook in het bereiken van bijvoorbeeld werkende armen.”
Gezinnen met kinderen zijn extra kwetsbaar. Wilma benadrukt het belang van kansen voor kinderen die in armoede opgroeien. “Neem hen mee in wat wij normaal vinden, zoals meedoen op school, passende schoenen en een goed ontbijt. We zien in de praktijk mooie wijkactiviteiten met vrijwilligers die gezinnen ondersteunen. Dat kan verschillende vormen aannemen; denk aan een maatje, een kinderactiviteit of een project voor gezond leven en eten. De gemeente kan hierbij een faciliterende rol spelen en de continuïteit van het project waarborgen door de kartrekker te betalen.”

Kennis van leefwereld van mensen

Armoede en cliëntenparticipatie zijn thema’s die als rode draden door de carrière van Wilma lopen. Zij werkt sinds 2013 als adviseur en trainer bij Stimulansz. Wilma is vanaf het begin betrokken geweest bij de Sociale Alliantie, een samenwerkingsverband van enkele tientallen organisaties die zich inzet voor een samenleving zonder armoede.
Volgens Wilma onderkennen gemeenten het probleem van armoede steeds beter en zetten zij zich in om meer mensen te bereiken. Haar ervaring is wel dat gemeenten de leefwereld van mensen onvoldoende kennen. Daarom geeft zij de training Armoede ontrafeld, waarin de impact van langdurige armoede op het leven van mensen centraal staat. Deze training van een dagdeel is bedoeld voor professionals en vrijwilligers en wordt incompany bij gemeenten aangeboden.

Inzicht in gedrag bij armoede

Het draait in de training vooral om bewustwording, vertelt Wilma. “Als deelnemer krijg je inzicht in hoe mensen armoede beleven en waar hun gedrag vandaan komt. Hierdoor begrijp je beter waarom iemand zich ogenschijnlijk onlogisch of zelfs dom gedraagt. Ook ga ik in op hoe je een goede verbinding kunt leggen tussen de leefwereld van mensen en de voor hen ingewikkelde systeemwereld.”
Wilma wijst erop dat heel wat mensen in de bijstand de ervaring hebben dat ze door werk in de problemen komen. “Zij wisselen kortdurende baantjes af met perioden dat ze een uitkering hebben en dat levert heel veel gedoe met hun inkomen op. Ik behandel in de training waarom mensen het gevoel van bestaanszekerheid zo belangrijk vinden. Daarvoor moet je bij re-integratie aandacht hebben.”
Er speelt ook het probleem van de armoedeval. Werken loont soms niet, omdat het recht op kwijtscheldingen vervalt en tegemoetkomingen lager worden. Hiervoor heeft Stimulansz het instrument van de armoedevalberekenaar ontwikkeld, vertelt Wilma. “Handig als je een klant begeleidt, die vanuit een uitkering gaat werken. Je kunt de inkomensgevolgen bij werk inzichtelijk maken en nagaan hoe de gemeente problemen voor kan zijn. De gemeente heeft echt wel beleidsruimte om in financiële zin iets te doen. Ook dat is maatwerk: werk moet lonen.”

Prestaties vergelijken met benchmark

Het is voor een gemeente vaak lastig om te bepalen hoe effectief haar aanpak is. De Benchmark Armoede en Schulden, een gezamenlijk initiatief van Stimulansz, Divosa en BMC Onderzoek, helpt om een goed inzicht in de eigen prestaties te krijgen. Hieraan doen ongeveer 125 gemeenten mee.
Wilma licht toe: “Op basis van ingevoerde gegevens kan een gemeente haar eigen resultaten vergelijken met die van het gemiddelde van de benchmark of van gemeenten van vergelijkbare omvang. De gemeente krijgt zo een indruk van wat goed gaat en wat beter kan. We organiseren ook elk jaar verschillende benchlearnbijeenkomsten waar gemeenten van elkaar kunnen leren.”

Meepraten door jongeren stimuleren

Gemeenten doen er volgens Wilma verstandig aan om regelmatig naar de mening van inwoners te vragen. Zij raadt aan om ook het gesprek aan te gaan met jongeren die in armoede leven. Hiervoor is speciaal de nieuwe methodiek Speaking Minds ontwikkeld. Jongeren worden benaderd via onder meer ROC’s en gekoppeld aan beleidsmakers.
“Je vraagt hen wat er moet veranderen aan het gemeentelijke armoedebeleid”, zegt Wilma. “Dat kan bijvoorbeeld leiden tot de aanbeveling om een financieel spreekuur op het ROC te houden. Een mooie methode waarmee jongeren actief mee kunnen praten!”

Anderen bekeken ook