In de sociale media werd ook met regelmaat mijn naam genoemd met daarachter de hoopvolle vraag: als de omgekeerde toets was toegepast, dan was dit nooit gebeurd, toch? Het antwoord op die vraag geef ik in deze blog.
Mevrouw ontving een bijstandsuitkering sinds december 2015. Uit onderzoek is gebleken dat mevrouw wekelijks een tas boodschappen krijgt van haar moeder, met 2 broden, 3 zakken sla, 8 stukjes vlees, 2 dozen eieren, wc-papier en koffie met een waarde van circa € 20,-. Daarnaast koopt haar moeder alle verzorgingsproducten voor haar. Mevrouw krijgt dit omdat ze haar moeder helpt met van alles. Haar moeder doet al 46 jaar boodschappen voor haar.
Dit is niet uit de informatie die in de uitspraak staat op te maken. Wat we daar wel uit kunnen halen, is dat ze aangeeft dat ze bijna haar hele uitkering kwijt is aan vaste lasten. Uit de uitspraak is niet op te maken wat de reden daarvan is. Zij heeft de boodschappen nodig omdat ze te weinig over houdt om ze zelf te kunnen betalen.
De bijstand voorziet in een bestaansminimum, niet meer, maar ook niet minder. Of het ontvangen van deze boodschappen, zonder dit te korten op de uitkering, binnen de grondwaarden valt, is moeilijk vast te stellen omdat er informatie ontbreekt. Vast staat dat de bijstand bedoeld is voor de kosten voor wonen (inclusief gas, water en licht), verzekeren (althans, de verplichte verzekeringen), kleding en boodschappen. Mevrouw geeft aan dat zij hier niet mee uit komt, maar we lezen niet terug waarom niet. Zit ze in een schuldsaneringstraject waardoor haar besteedbaar inkomen lager is? Is er een reden dat haar vaste lasten zo hoog zijn? Heeft ze bijvoorbeeld een aangepaste woning, of is er geen goedkopere woning beschikbaar? Of vindt ze deze te dure woning gewoon prettig en heeft ze het zo opgelost en daarmee een hoger bestedingsniveau dan anderen met een uitkering? En als mevrouw de boodschappen niet van haar moeder had gekregen, was ze dan aangewezen geweest op de Voedselbank?
Kortom, om vast te kunnen stellen of dit onder de grondwaarden valt, moeten we weten waarom mevrouw niet rond kon komen van het bedrag dat ze ontving. Daarbij wil ik nog wel opmerken dat in de sociale media wordt betoogd dat de bijstand te laag is om van rond te komen, dus dat mevrouw bijna niet anders kon. De discussie over de hoogte van de bijstand is een hele belangrijke, maar het is niet aan de individuele consulent om daar iets aan te doen. Die vraag speelt hier dus geen enkele rol en de consulent had dit op geen enkele manier kunnen laten meewegen in haar besluit.
De vraag is wat er gebeurt als we dit geld terugvorderen, of als we niets doen. De vraag is ook wat de gemeente als leidende principes heeft. Ik kan deze vragen niet beantwoorden, omdat ik die informatie niet heb. Er komen wel een paar vragen bij mij op. Waarom gaat mevrouw niet goedkoper wonen, welke reden zit daarachter? Als ze boodschappen ontvangt voor het helpen van haar moeder, moeten we het dan niet beschouwen als loon in natura? Zeker omdat het niet gaat over incidenteel wat toeschuiven, maar over structureel elke week vrijwel alle benodigdheden in ruil voor hulp. Om hoeveel hulp gaat het en is de waarde van de boodschappen daar een reëel ‘salaris’ voor? En als dat het geval is, waarom zouden we dat dan niet terugvorderen? Stel dat ze wekelijks had schoongemaakt bij de buren en daar elke keer € 50,- voor had ontvangen, dan waren de reacties op sociale media heel anders geweest. Dan hadden de handhavers (die nu volgens de reacties als een big brother in de bosjes liggen om al het doen en laten van mensen in de bijstand na te gaan) volgens veel mensen te laat in gegrepen en niet op zitten letten. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat het heel moeilijk is om het goed te doen in de ogen van veel mensen. Gemeenten gedragen zich óf te veel als big brother en controleren te veel, of ze zijn te laks en laten iedereen onder hun neus frauderen. Dit is natuurlijk heel gechargeerd, maar even om aan te geven dat het best een lastige lijn is om over te lopen. Zonder het dossier goed gelezen te hebben, oordelen we dus op basis van een deel van de informatie terwijl de gemeente veel meer informatie heeft. Vanuit privacy oogpunt kunnen zij zich lastig verdedigen, omdat ze die informatie niet kunnen delen. Er kan dus meer spelen dan we nu denken en weten.
Voor wat betreft de leidende principes, is de vraag hoe belangrijk de gemeente vindt dat mensen elkaar helpen. Het is natuurlijk goed voor de samenleving dat deze moeder en dochter elkaar helpen. Dat is absoluut een positief punt. Maar dat betekent niet zonder meer dat niet een deel van de bijstand teruggevorderd had mogen worden. En het zegt ook niets over de vraag of een boete opgelegd moet of mag worden. Daarvoor zou ik moeten weten wat er besproken is bij de aanvraag, of toen al duidelijk was dat mevrouw na de huur niet genoeg over had voor de boodschappen. Wat was er toen te zien op haar bankafschriften, wat is er met haar besproken? Wist ze dat ze dit had moeten opgeven, of niet? Heeft ze dit bewust verzwegen, of hier over gelogen? Op basis van de uitspraak kan ik dit niet achterhalen.
Ik kan op basis van de informatie niet zeggen of dit als gift kan worden vrijgelaten (bijvoorbeeld omdat dit in de plaats komt van een pakket van de Voedselbank) of dat dit als loon in natura gekort had moeten worden. Ik kan ook niet zeggen of een boete terecht was. Daarvoor staan nog te veel vragen open. Maar als het bestedingsniveau hoger wordt dan met de bijstand verenigbaar, dan is terugvordering toch aangewezen. Daarbij kan – met in achtneming van de beslagvrije voet – zorgvuldig worden ingevorderd.
De conclusie die ik hieruit haal is dat er te weinig informatie bekend is om een oordeel te hebben over dit besluit. Ik kan met 30% van de informatie geen mening geven over het besluit. Zou ik dat wel doen, dan zou dat uitsluitend berusten op mijn eigen normen en waarden en dat is niet de essentie van maatwerk. Toch is het een heel interessante vraag en wel om de volgende redenen.