Preventie in de uitvoering van de Participatiewet: hoe doet u dat?

De afgelopen jaren is de aandacht voor preventie binnen het sociaal domein toegenomen. De financiële tekorten bij gemeenten lopen op. Door problemen sneller te signaleren, daar op in te spelen en laagdrempelige voorzieningen aan te bieden, kunnen er op termijn kosten worden bespaard, zo is de gedachte.

Ook het uitgangspunt van de Participatiewet dat iedereen, met of zonder beperking, volwaardig meedoet in de samenleving, is een belangrijke motivatie om preventie tot een speerpunt te maken. Het voorkomen van problematische schulden, het behalen van een startkwalificatie, het voorkomen van laaggeletterdheid of verslaving, het vinden van een baan en het hebben van een zinvolle dagbesteding maakt meedoen makkelijker. En dat is goed voor de samenleving als geheel.

Preventie, waar loopt u tegenaan?

Het is alleen nog niet zo makkelijk om preventie in de dagelijkse uitvoeringspraktijk vorm te geven. Want hoe zet u preventiemaatregelen zo in dat die echt bijdragen en ondersteunend zijn aan de opgaven binnen het sociaal domein? En hoe meet u wat preventie precies oplevert, in financiële en maatschappelijk zin? Wilt u preventieve maatregelen eigenlijk verplichten of gaat u uit van vrijwilligheid? Door al deze vragen en onzekerheden lijkt het een grote opgave om met preventie aan de slag te gaan. Maar dat is wel nodig!
Een inwoner die zich meldt voor een bijstandsuitkering kan niet alleen werkloos zijn, maar ook kampen met andere problemen, zoals schulden of verslaving, laaggeletterdheid, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Het loont om in een vroeg stadium aandacht te geven aan deze problemen door al in de aanvraagfase te helpen bij het vinden van passende ondersteuning. Gebeurt dit niet, dan is het risico op grotere problemen en een langer beroep op een uitkering levensgroot.
Want als iemand niet in staat is brieven goed te lezen en te begrijpen, dan mist hij snel belangrijke afspraken. Of hij levert niet die informatie die nodig is om een beslissing te nemen op de aanvraag of om het recht op uitkering te beoordelen. Zijn aanvraag kan daardoor worden afgewezen, de uitkering ingetrokken en teruggevorderd, en maatregelen en boetes dreigen. Schulden ontstaan of nemen toe. En als iemand veel schulden heeft en nauwelijks rond kan komen, levert dat zoveel stress op dat het moeilijk is om zich te concentreren op het vinden van een baan of een re-integratietraject. Het is dus zaak om dit soort problemen in een vroeg stadium te signaleren en aan te pakken om erger te voorkomen.

Wat is belangrijk?

Wanneer nagedacht wordt over het organiseren van preventie, zijn er 3 belangrijke uitgangspunten; namelijk nabijheid, integraliteit en tijdigheid.

  1. Nabijheid, omdat aandacht, zorg en ondersteuning die dichtbij mensen en laagdrempelig aanwezig is, uitnodigt om daar gebruik van te maken.
  2. Integraliteit, omdat problemen van mensen zich meestal niet beperken tot één domein. Gezondheidsproblemen staan bijvoorbeeld vaak niet op zichzelf en kunnen nauw samenhangen met problemen als armoede, schulden, werkloosheid of eenzaamheid.
  3. Tijdigheid, omdat het vroegtijdig signaleren van problemen erger voorkomt en een beroep op dure voorzieningen kan beperken.

Een voorbeeld: de cliëntondersteuner

Het inzetten van een cliëntondersteuner is een manier om laagdrempelig, op een integrale manier, en tijdig problemen aan te pakken en erger te voorkomen. Een cliëntondersteuner is onafhankelijk, kan de weg wijzen naar passende ondersteuning en helpen met het opstellen van een persoonlijk plan om problemen aan te pakken. Gemeenten zijn op grond van de Wmo al verplicht om gratis cliëntondersteuning voor alle inwoners van de gemeente te organiseren. Nu wordt deze vooral ingezet in de uitvoering van de Wmo, maar juist bij de aanvraag van een bijstandsuitkering kan deze ondersteuner goede diensten bewijzen. De cliëntondersteuner staat naast de aanvrager, kijkt welke problemen er spelen, waar behoefte is aan ondersteuning en wijst daarin de weg. Een uitstekende manier dus om ook bij de uitvoering van de Participatiewet simpel aan de slag te gaan met preventie.
Kent u mooie initiatieven van gemeenten die op een vernieuwende en praktische manier met preventie aan de slag zijn gegaan? Stuur uw voorbeelden naar petra.gerritsen@stimulansz.nl.Dat kan met onze juridische kennisbank Inzicht Sociaal Domein

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mr. Petra Gerritsen helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.