Nieuwe opleiding Omgekeerde Toets® borgt werkwijze

5 redenen waarom u onze nieuwe opleiding ‘Werken met de Omgekeerde Toets® moet volgen.

1. U hoeft niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden

“We merken dat als medewerkers het werken met de Omgekeerde Toets® echt goed in hun vingers hebben, dus van de ‘hoed en de rand’ weten, de methodiek veel beter beklijft binnen de organisatie. Dit bracht ons op het idee van deze opleiding. Als een gemeente 1 of 2 medewerkers deze verdiepende opleiding laat volgen, kunnen zij op hun beurt collega’s coachen en enthousiasmeren. Zo waarborg je de continuïteit van het werken met de Omgekeerde Toets® en voorkom je dat de kennis hierover verdwijnt en je mensen steeds opnieuw moet laten trainen. Het kan dus heel voordelig zijn voor een gemeente om het op deze manier aan te pakken.”Omgekeerde toets logo

2. Uw leerdoelen zijn leidend

“Deze verdiepende opleiding is geschikt voor medewerkers in het sociaal domein, van kwaliteitsmedewerkers tot consulenten of klantmanagers, maar kan ook leerzaam zijn voor leidinggevenden die een team coachen. Het hangt ervan af wie de rol van coach of ambassadeur van de Omgekeerde Toets® op zich neemt. Voorkennis over de Toets is handig maar niet noodzakelijk. We kijken goed naar iemands individuele situatie, hoe de organisatie in elkaar steekt, wat de rol van de medewerker daarin is en wat diens persoonlijke leerdoelen zijn. Naast inhoudelijke informatie over de Omgekeerde Toets® bespreken we dus bij de aftrap vooral hoe iemand die rol gaat invullen, wat daarin voor hem of haar belangrijk is en wat daarvoor nodig is.”

3. U bent deel van een community

“Het is interessant om te zien hoe gemeenten van elkaar leren tijdens onze opleidingen, zoals bij die van kwaliteitscoach en Wmo-consulent. De kleine groepen van maximaal 12 mensen maken dit mogelijk. Die creëren een sfeer van saamhorigheid. Vaak blijkt dat de deelnemers ook naderhand nog contact houden via een whatsappgroep waarin ze informatie uitwisselen of even kunnen klankborden. Dat is ook de insteek bij deze nieuwe opleiding. Dat deelnemers leren van elkaars rol en daar zaken van kunnen overnemen, zoals plannen maken of ideeën uitwisselen over hoe je een werkgroep opzet. Ze hoeven het dus niet allemaal zelf te bedenken. Hierdoor krijg je een soort van support-community erbij.”

4. U krijgt ruime bagage voor een duurzaam effect

“Er werken 9 experts van Stimulansz mee aan deze opleiding. Een brede waaier van juristen, strategen, opleidingsadviseurs en inhoudelijk en taalkundig specialisten. Dit is nodig om in 4 dagen een brede en gedegen basis te geven op alle aspecten van de Toets en te leren hoe de 4 stappen in elkaar grijpen. Voorafgaand aan de eerste opleidingsdag dagen we cursisten uit in onze online escaperoom een casus te kraken. Tijdens de laatste opleidingsdag passen we het geleerde toe in casuïstiek. Daarnaast reiken we tools en vaardigheden aan om in de organisatie een effectief leerklimaat te creëren rondom de Omgekeerde Toets®. Hierbij hoort onder andere het begeleiden van casuïstiek en intervisie en het omgaan met weerstand. Tussendoor is er voldoende tijd om dingen te laten bezinken en te oefenen met het geleerde.”

5. U ontdekt uw blinde vlek (en herkent die bij collega’s)

“Wat ik heel mooi vind tijdens het geven van trainingen Omgekeerde Toets® is het ontdekken van de blinde vlek. Deelnemers denken in het begin van een training vaak: dat doen we toch al? De neiging om meteen in de oplossing te schieten met het wetboek in de hand is zo sterk dat die niet tegen te houden is. Het is bijna een reflex. Gaandeweg de training zie je dan zo’n aha-momentje, het besef dat het in essentie gaat om het effect dat je wilt bereiken voor een inwoner. Of het nu om een simpele of ingewikkelde casus gaat. Ik wil hierbij meteen het vooroordeel wegnemen dat de Omgekeerde Toets® meer tijd kost. Als een casus simpel is en het effect duidelijk hoef je het verder niet moeilijker te maken dan het is. Een ingewikkelde casus kost altijd meer tijd, met of zonder Omgekeerde Toets®. Er wordt binnen gemeenten nog wel eens onderscheid gemaakt tussen de dagelijkse praktijk en de Omgekeerde Toets®. En dat je dat laatste alleen inzet om ‘iets geks’ te doen, als een soort legitimering van dingen die niet kunnen. Dat misverstand bestaat nog steeds. Met deze opleiding kunnen toekomstige coaches binnen gemeenten gefundeerd en overtuigend aantonen dat je de Toets altijd kunt toepassen en dat je daarbij altijd binnen de wet blijft. Het is een manier van kijken, en in mijn ogen de enige juiste manier van kijken omdat elke professional in het sociaal domein met het hart op de juiste plaats toch het beste voor een inwoner wenst.”

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Cassandra Bosters helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.